Het verhaal

Ons boek gaat over het meisje Vicky. Vicky heeft net als iedereen gedachten: negatieve en positieve. In het boek zijn deze gedachten tot leven gekomen. Karel is de negatieve gedachte. Hij ziet overal beren op de weg en denkt dat alles uitloopt op een mislukking. Uil is de positieve gedachte. Uil herinnert je er elke dag aan dat je van proberen juist heel veel kunt leren en dat het helemaal niet erg is als er iets mis gaat.

In het boek beleven we samen met Vicky een dag uit haar leven. Ze maakt van alles mee en heeft tijdens deze dag allerlei emoties, tegenslagen en problemen waar ze mee moet leren omgaan. In het boek lees je hoe Karel tegen deze situaties aankijkt en zie je dat Uil alles juist van een hele andere kant bekijkt. Vicky leert Karel zo min mogelijk een kans te geven haar de weg te wijzen en steeds meer te vertrouwen op Uil.

Vicky denkt bijvoorbeeld dat de kinderen in haar klas haar rode haren stom vinden. Karel zegt dat ze dan met een muts op naar school moet gaan zodat niemand haar rode haar kan zien. Uil leert haar dat je niet altijd moet geloven wat je denkt en vooral dat wat jij dénkt wat een ander over jou denkt, helemaal niet waar hoeft te zijn. Als Vicky op het schoolplein aankomt blijkt dat haar vriendinnetje juist een beetje jaloers is op Vicky omdat ze de rode kleur heel erg mooi en bijzonder vindt. 

Voor het diplomazwemmen is Vicky eigenlijk heel erg zenuwachtig. Door het gat zwemmen is best moeiijk en dat laat Karel haar ook nog eens duidelijk weten. Maar Uil herinnert Vicky eraan dat ze al heel goed geoefend heeft en dat het helemaal niet erg is als iets (nog) niet lukt.

Muis is ook een vriendje van Vicky. Muis is degene die wij diep van binnen allemaal willen zijn. Hij maakt van elk moment van de dag een feestje. 

Aan het eind van het boek vind je nog een pagina voor de voorlezer om met het kind dat voorgelezen wordt te kunnen praten over het verhaal. Hierover vind je meer op de pagina: filosofie achter het boek.